Na Dolle Dinsdag (sept. 1944) werkten de ‘officiele’ instanties bijna niet meer. Via het Interkerkelijk Overleg zijn toen zeer veel kinderen uit de West Nederlandse hongergebieden naar het Noorden van Nederland gestuurd. (daar was voedsel en GASTVRIJHEID) Met het Noorden bedoel ik : Groningen, Friesland en Drenthe. Deze instelling heeft zeer goed werk vericht. De kinderen reisden per auto (met gasgenerator) of per boot over het IJsselmeer. Zeer gevaarlijke tochten, omdat de Engelse en Amerikaanse jachtvliegtuigen op alles schoten wat zich bevond op de weg of op het water. Vanuit Amsterdam vertrokken veel binnenvaartschepen. (mogelijk vooral in de nacht) Jammer dat hier zo weinig over is geschreven. De Noorderlingen zijn geen mensen die zich voortdurend op de borst kloppen.
Frans
Uit de Gooise Matras (dus geen Noorderling)